Eiwitten

Eiwit is een belangrijk onderdeel van ons voedingspatroon, het levert ons de nodige calorieën (4 calorieën per gram) en aminozuren. Aminozuren zijn de bouwstoffen van onze lichaamscellen. Een deel van deze aminozuren maakt het lichaam zelf aan en een ander deel moeten we via de voeding binnenkrijgen. Zowel dierlijke als plantaardige voedingsmiddelen kunnen in onze eiwitbehoefte voorzien.

Dierlijke eiwitten:

  • vlees
  • gevogelte, zoals kip en kalkoen
  • vis
  • kaas
  • melkproducten
  • ei

Plantaardige eiwitten:

  • (volkoren)brood
  • (volkoren)graanproducten
  • peulvruchten, zoals linzen en bruine bonen
  • noten
  • paddenstoelen

Er zijn 22 verschillende soorten aminozuren waaruit een voedingsmiddel opgebouwd kan zijn. De verschillende aminozuren worden ingedeeld in essentiële, niet essentiële en semi-essentiële aminozuren. De essentiële aminozuren dienen we via de voeding binnen te krijgen. Niet essentiële aminozuren maakt het lichaam zelf aan. Semi-essentiële aminozuren kan het lichaam in de meeste gevallen ook zelf aanmaken, tenzij er sprake is van een bepaalde aandoening of ziekte waardoor het lichaam dit niet kan.

Niet elk eiwit is kwalitatief even goed. De structuur en opbouw van de aminozuren is voor elk eiwit namelijk anders. De eiwitkwaliteit is hoger naarmate het lichaam de aminozuren beter kan verteren en als het aandeel essentiële aminozuren hoger is. Het eiwit uit gevogelte, vlees en vis scoort kwalitatief het best. Maar ook zonder dierlijk eiwit kun je alle nodige aminozuren binnenkrijgen, dit doe je door zo'n 20-30% meer plantaardige eiwitten te eten om toch alle essentiële aminozuren binnen te krijgen. In de praktijk komt dit neer op zo'n 0,8 gram dierlijk eiwit per kilo lichaamsgewicht per dag en zo'n 1 gram plantaardig eiwit per kilo lichaamsgewicht per dag.

Reactie plaatsen